Ter overweging
TER OVERWEGING 1-6-2025 Hnd. 7, 55-60 Ap. 22, 12-14. 16-17.20 Joh. 17, 20-26
7e van Pasen C Thema: Eén in Gods liefde
Viering voorbereiding samen met Ans Mertens, die vanuit haar eigen ervaring de tekst ‘Eenheid’ schreef die u vindt na onderstaande overweging.
Hebt U een testament gemaakt? Wie wat ouder is wordt in advertenties wel aangemoedigd om daar eens naar te kijken. En wat zet je daar zoal in? Wat regel je ermee? Financiën. Goederen. Soms gaat het ook over andere wensen. En heet het een levenstestament. Johannes schrijft in zijn evangelie meerdere hoofdstukken die samen als het ware het testament van Jezus vormen. Hij legt Jezus een afscheidsrede en een uitgebreid gebed in de mond. Maar het gaat daarin niet over geld of goederen. Het gaat om zijn idealen, zijn levensprogramma, om alles wat hij zijn volgelingen op dat gebied wil nalaten. We hoorden daar de afgelopen zondagen ook al delen van. Vandaag het slot van het 17e hoofdstuk, het deel van het gebed waarin Jezus het ook over ons heeft. Over ‘hen die door hun woord – het woord van de leerlingen dus - in Mij - Jezus dus - geloven’, en wel ‘opdat zij allen één mogen zijn’.
Wat is hier precies bedoeld? Eén zijn… Dat betekent niet dat je allemaal hetzelfde moet zijn of worden. Eerder dat je het erover eens bent dat je elkaar moet respecteren en liefhebben en dat je – als dat lastig is, omdat je verschillend bent – steeds toch weer je best moet doen om elkaar te begrijpen en samen op te trekken. En dat niet omdat het moet van de wet, maar in vrijheid, omdat je het belangrijk vindt om met elkaar de kern van Jezus’ boodschap centraal te blijven stellen. Dan kun je samen één zijn, zoals je ook wel van iemand kunt zeggen dat hij of zij ‘een mens uit één stuk’ is. Dat kunnen we bijvoorbeeld zeggen van de missionarissen of missionair werkers die we steunen bij de collecte voor de ‘Week Nederlandse Missionaris’. De kern van Jezus’ boodschap is in hen herkenbaar. Zij zetten zich – vanuit het voorbeeld van Jezus - in voor kwetsbare mensen elders in de wereld, mensen met een beperking die vaak onder erbarmelijke omstandigheden moeten leven. Wij willen +via de collecte ook onze christelijke verbondenheid, onze eenheid, met hen laten zien.
Elkaar respecteren en liefhebben en steeds weer opnieuw proberen te begrijpen valt niet altijd mee. Zeker ook niet op het gebied van het geloof. Tussen christenen van verschillende kerkgenootschappen. Of tussen katholieken van verschillende parochies die samen verder gaan bij een federatie of fusie maar toch een verschillende cultuur en geschiedenis hebben, zoals hier in het Sittardse het geval is. Het valt ook voor mij niet altijd mee, bij de concrete samenwerking in de catecheseprojecten. Maar toch…
Daarnaast is elkaar respecteren en liefhebben niet alleen moeilijk op het gebied van geloof en kerk. Wellicht herkent u dat het ook speelt in families, tussen broers en zussen die soms erg van elkaar kunnen verschillen. Niet voor niets, dat mensen die op leeftijd zijn tegen hun volwassen kinderen de wens uitspreken dat ze na hun dood toch vooral de vrede onder elkaar moeten proberen te bewaren: ‘es geer uch mer versjtaot’…
Het leven van Jezus, zijn weg tot en met het eind van zijn leven hier op aarde, zijn voorbeeld: dat leven mag ons inspireren tot een gezamenlijkheid en eenheid in hoe wij omgaan met andere mensen en met God. Stefanus – zoals we hoorden in de 1e lezing - leefde dat voorbeeld volledig na. Wat gebeurde met Stefanus, is bewust zo, als parallel van het leven van Jezus, door Lucas beschreven in de Handelingen. En dat dient voor ons weer als voorbeeld: ook gewone stervelingen kunnen standvastig zijn en doen als Jezus… Het water des levens is er immers voor ieder van ons.
Wij mogen één zijn in Gods liefde... Een belofte en een opdracht ineen voor ons allemaal. Amen.
Elly Bus-Linssen
Eenheid
Eenheid, wat is dat, wat voel je dan? Het is niet gemakkelijk te omschrijven, het ontbreken ervan wel. Ik zou graag een ervaring met jullie willen delen, die ik bestempel als eenheid. Ik had een vertrouwenspersoon met wie ik mijn gevoelens van onzekerheid en twijfels deelde. Ik sprak eens met haar omdat mijn alsmaar solliciteren niets opleverde en ik niet meer wist hoe ik verder moest gaan. Ze luisterde lang naar mij, heel intens. Daarna sprak zij heel liefdevol de waarheid over mijn kwaliteiten en ook beperkingen. Het was heel mooi, maar het deed tegelijkertijd ook een beetje pijn. Ik voelde iets wat niet te beschrijven is, een diepe vreugde maar ook een vrijheid, zo bijzonder. Jezus in ons midden?
Ans Mertens
Overweging van 25 mei 2025. Zesde Zondag van Pasen. Vrangendael
Getuigenis
Twee weken geleden ging ik op bezoek bij een kennis in Geleen. Een mevrouw van 80 jaar oud. Een half jaar geleden overleed haar man, die10 jaar ouder was. En uiteraard vroeg ik haar: Hoe gaat het nu met je? En ze zei toen: ‘Het gaat goed, ik voel me nu vrij en ik heb vrede met mijn situatie’. Ze had jaren lang voor haar man gezorgd, die ziek thuis lag en dat was natuurlijk zwaar geweest. Hij was ook thuis in de huiskamer, waar zijn bed was geplaatst, gestorven. En daarna natuurlijk de hele nasleep. Maar nou voelde ze zich vrij; Ja, zei ze, ik hield van hem hoor, want soms zie je de mensen denken, hoe kan ze zich nu vrij voelen. Ja, en toch is het zo, zei ze; Ik hield van hem maar nou voel ik me vrij. Ik ben nu wel alleen, zo zei ze, maar ik ben niet eenzaam. Ik ben best graag alleen. Maar ik heb drie zonen en kennissen en familie en de wandelclub. Eenzaam zijn, dat is wat anders. En we hadden een heel gesprek over wat het verschil is tussen alleen zijn en eenzaamheid.
Alleen zijn, dat kan best prettig zijn, vrij om te doen en laten wat je wil en je toch verbonden weten met je omgeving, met de natuur, de vogeltjes in je tuin. Maar eenzaam, zo kwamen we tot de conclusie, dat is een gevoel dat er geen verbinding is met je omgeving, met andere mensen vooral. . Eenzaam, dat is geïsoleerd zijn, hulpeloos, je nergens thuis voelen, liefdeloos en je afvragen wat je leven voor zin heeft.
Ik denk dat heel veel mensenmomenten of periodes meemaken van eenzaamheid. Jonge mensen die gepest worden op school, die hun weg moeten zoeken door het leven. Mensen die in een echtscheiding verzeild raken of ouderen na de dood van hun partner. En die zich afvragen waarom de kinderen zelfs met Kerstmis en Pasen niet eens even bellen.
Of die oudere mevrouw in het verpleeghuis die verzuchtte: ‘de enige mensen die mij verzorgen, die worden ervoor betaald’.
Toen die mevrouw bij wie ik op bezoek was zei ‘ik ben wel alleen maar niet eenzaam’’ toen moest ik denken aan onze vroegere koningin Wilhelmina. Zij schreef een autobiografie getiteld ‘Eenzaam maar niet alleen’. Dat kan ook: Een druk bestaan, met grote verantwoordelijkheden; je word omringd met mensen, soms levenslang zoals bij Wilhelmina, en toch voel je je niet verbonden met al die mensen die jou omringen. Je hebt geen contact met de ander en jouw sociale behoeftes worden niet vervuld. Eenzaam zijn, dat is erg.
In die gevoelens van eenzaamheid staan we niet alleen. Ook Jezus van Nazareth had zijn momenten van eenzaamheid. In de hof van Olijve, op de vooravond van zijn dood, toen niemand met Hem waakte, en aan het kruis, toen Hij zich zelfs van God verlaten voelde.
We hebben elkaar nodig, we hebben verbinding met elkaar nodig.
De apostelen die wisten al hoe belangrijk de verbinding en de samenwerking is tussen mensen, ook als dat niet gemakkelijk is.
De apostel Paulus, die veel rondreisde in het Middellandse zeegebied, vond dat ook de zgn. heidenen (de mensen die niet Joods waren)als gelovige mensen toch Christen genoemd konden worden. En op het eerste apostelconcilie in Jeruzalem in het jaar 38 na Chr. beriep ook de apostel Petrus zich op God die de H. Geest immers aan ieder mens geschonken had. Samenwerking ipv. conflict, Vrede ipv. oorlog.
Het was ook niet voor niets dat de eerste woorden van onze Paus Leo X1V waren: ‘Vrede zij met u allen’. Vrede, dat zeg niets over hoe je met elkaar omgaat. Dat je met elkaar verbonden bent, samen leeft.
Ook Jezus van Nazareth laat ons vandaag zien wat verbinding betekent.
Verbonden was Hij met de Vader en met de H. Geest. Verbonden met al die mensen die in Hem geloven. Verbonden met jou en met u en met mij. Het is toch een hoopvolle gedachte. Altijd is er God en de Zoon en de H. Geest, met ons verbonden. .
Ja en vrede, die hoort daarbij, zo sprak de Paus en Jezus sprak ook: Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u.
Ja beste mensen, God zelf weet zich met ons verbonden, met jou ook en met u. En nog eens terugdenkend aan die mevrouw die zei: ‘Ik voel mij vrij en ik vrede net mijn situatie’, zo wens ik u dat ook toe: Vrijheid en vrede met uw bestaan.
Vrede zij daarom met u allen.
Amen.
Hans van Druten
TER OVERWEGING 11-5-2025 Hnd.13,14.43-52 Ap. 7, 9.14b-17 Joh. 10, 27-30
4e van Pasen C Thema: De goede herder
Kardinaal Re zei in zijn preek twee weken geleden bij de uitvaart van paus Franciscus dat die de voetsporen volgde van zijn Heer, de goede Herder, die zijn schapen liefhad tot het geven van zijn leven voor hen. Franciscus deed dit volgens hem met kracht en sereniteit, dicht bij zijn kudde, de Kerk van God. Door rechtstreeks contact te zoeken met individuen en bevolkingsgroepen, verlangend om dicht bij iedereen te zijn, met bijzondere aandacht voor mensen in moeilijkheden, zich onvermoeibaar inzettend, vooral voor de armen en uitgeslotenen. Hij was een paus onder de mensen, met een hart dat voor iedereen openstond.
En we hopen dat de nieuwe paus, Leo XIV, ook zo’n hart heeft. De eerste berichten van en over hem klinken positief. Maar het is niet alleen iets voor pausen, bisschoppen of priesters. Wij allen kunnen hier een voorbeeld aan nemen. We kunnen elkaars herder zijn. Het ene moment zoeken we leiding, volgen we iemand anders en luisteren naar hem of haar. Het andere moment kunnen we zelf het voortouw nemen en een ander steunen, bemoedigen, helpen om de weg te vinden bij moeilijkheden in het leven. Dat is als het ware zorgen voor wolf werende hekken. Belangrijk is wel om als schaap niet klakkeloos achter iemand aan te lopen, maar goed te kijken of diegene wel een ‘goede’ herder is. Ook in de huidige politiek. In Nederland. En bv. als Nederlandse regering dus niet zomaar het Israël van Netanyahu te faciliteren maar op te komen voor wie in Gaza honger lijdt.
Het evangelie van vandaag gaat over Jezus als de goede Herder. Zijn ‘herderschap’ gaat verder. Hij is ‘één met de Vader’ staat er. En “Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en ze volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan.” Eeuwig leven... Hoe kunnen we dit verstaan? Meestal denken we dan aan leven na de dood. Een geheim waar we weinig concreets over kunnen vertellen. Geloof in eeuwig leven vraagt om taal waarin dichterbij komt wat we bedoelen. Voor ons mensen, die immers vergeleken met wat we eeuwigheid noemen maar een korte tijd op aarde rondlopen, is eeuwig zo lang, zonder einde en onvoorstelbaar dat we er ons nauwelijks iets bij kunnen voorstellen. Mensen verlangen er wel naar om te blijven en bewaard en geborgen te zijn in liefde voor altijd. In God, zou je kunnen zeggen. Maar misschien is daarmee nog niet alles gezegd. Wellicht gaat het tevens om wat blijvend waarde heeft in het bestaan dat we op aarde meemaken; om dat wat zo wezenlijk is, dat het voor eeuwig kan bestaan. Liefde bijvoorbeeld... dat is er ook nu in het leven van mensen. Ook echte vriendschap, trouw, barmhartigheid en goedheid - en er zijn vast nog meer woorden die in dit rijtje passen - hebben eeuwigheidswaarde.
In de Handelingen van de apostelen gaat het er heftig aan toe. Paulus en Barnabas zijn op bezoek in Antiochië. Ze preken er in de synagoge. Hun woorden zijn erg inspirerend en dat spreekt zich rond: er komen de tweede keer dat ze er zijn heel veel mensen luisteren, juist naar hen. Daar kunnen de Joodse leiders van die tijd niet tegen. Ze zijn jaloers op het succes en reageren heel negatief op de woorden van Paulus. En dan gaat het hard tegen hard, zoals het in onze tijd van polarisatie ook hard tegen hard kan gaan. Paulus zegt tegen hen: ‘Omdat jullie het woord van God afwijzen, en jullie zelf het eeuwige leven niet waardig keuren, richten wij ons voortaan tot de heidenen.’ En een stukje verder in de tekst: ‘Toen de heidenen dit hoorden, waren zij verheugd (...), en allen die tot het eeuwig leven waren voorbestemd namen het geloof aan.’ Daar staat het weer: eeuwig leven. Wie het goede nieuws over Jezus aanneemt, zal eeuwig leven. Het visioen uit de Openbaring van Johannes zegt het ook, maar dan met andere woorden: Het Lam zal een grote menigte mensen, degenen die komen uit de grote verdrukking, weiden en voeren naar de waterbronnen van het leven en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
Er is Licht voor allen die God niet afwijzen. Wij mogen pelgrims van hoop zijn, zoals in de hymne van dit ‘jubeljaar’ wordt bezongen. Gods goedheid is een vlam van liefde, hoop die ons doet leven. God is zorgzaam als een goede herder, geduldig en vol erbarmen. Ook al lijkt het soms anders, niemand wordt door Hem vergeten. En gebroken mensen mogen weer opstaan. Dat is de boodschap van de Paastijd. En wij allemaal worden geroepen om in onze tijd in naam van die Goede Herder andere mensen daarbij te helpen, en zo Gods aanwezigheid te laten zien!
Elly Bus-Linssen
TER OVERWEGING 6-4-2025 Jes. 43, 16a.18-21 Joh. 8, 1-11
5e 40-dagentijd C Thema: Beter leven Vastenactie: Schoner koken. Beter leven.
Deels op basis van teksten uit ‘Bouwstenen voor bezinning 2025’ Vastenactie
Alle andere mensen op deze wereld zijn ook onze zusters en broeders. Niet alleen onze medeparochianen en medemensen in onze directe omgeving, maar alle andere mensen wereldwijd. We hebben door de structuren van onze economie, bij voorbeeld door ons koopgedrag, sowieso een band met heel veel mensen op deze wereld, in alle werelddelen en uithoeken. Zij allen mogen vanuit christelijk oogpunt van ons solidariteit verwachten. Dat betekent ook dat we op zoek zouden moeten gaan naar een meer sobere en aangepaste manier van leven hier. En zo werken aan een wereld waar we samen verantwoordelijk zijn voor gerechtigheid en vrede, waarin iedereen ook daadwerkelijk zijn of haar verantwoordelijkheid kan nemen. Een wereld waar we als zusters en broeders solidair zijn met elkaar.
In de tekst van Johannes, die we gehoord hebben, valt de zinssnede op: Wie van u nooit verkeerd heeft gedaan, mag de eerste steen gooien. En Jezus zegt deze zin nadat hij eerst langere tijd met zijn vinger op de grond geschreven heeft, kennelijk om na te denken wat de beste reactie zou kunnen zijn. Eerst nadenken en daarna pas reageren lijkt sowieso een heel goed advies in deze tijd. Bedachtzaam en met respect reageren kan veel leed en ruzie voorkomen. Wie nooit een fout heeft gemaakt... Jezus’ uitspraak doet de een na de ander afdruipen. Ook wij maken fouten, kleinere en grotere fouten. Steeds moeten we afwegen of iets in ons eigen belang is, in het belang van medemensen, in het belang van onze leefomgeving, ons milieu. Steeds moeten we keuzes maken wanneer we een bijdrage willen leveren aan een betere wereld of wanneer we ons zelf staande willen houden in een veeleisende omgeving en tijd. Zelfs met de beste bedoelingen maken we daarbij fouten. En natuurlijk, veel leed en ellende zoals armoede en klimaatverandering wordt veroorzaakt door met name het enkel op groei gebaseerde economisch systeem waarin we leven. Maar dat ontslaat ons nog niet van onze verantwoordelijkheid.
Ja, we kunnen vele fouten maken bij onze bezigheden en handelingen, zelfs met de beste bedoelingen. Maar we mogen ook moed en hoop putten uit de woorden van de HEER die we kunnen lezen bij Jesaja: Blijf niet aan die vroegere dingen denken, let niet op wat voorbij is. Kijk maar, ik begin iets nieuws. Het krijgt al vorm. Zie je het dan niet? Die woorden bij Jesaja mogen ons inspireren om steeds opnieuw te beginnen, ondanks alle fouten en mislukkingen in het verleden. Het is nooit te laat om met een schone lei te beginnen. Het is nooit te laat om de situatie nog ten goede te veranderen. Dat geldt voor ons. En dat geldt zeker ook voor vrouwen in Oeganda, die mede door ons als we aan Vastenactie doneren, ondersteund worden om iets nieuws te beginnen.
Alles hangt met alles samen, zegt paus Franciscus. Een gift geven aan vrouwen in Oeganda om iets nieuws te beginnen voor een beter leven, is een goede zaak. Maar veel mensen in Oeganda en elders op deze wereld worden in toenemende mate geconfronteerd met de gevolgen van de klimaatverandering, waaraan ze zelf niet of nauwelijks bijdragen. Die gevolgen zijn langdurige periodes van droogte en dan weer heftige, alles vernietigende regenbuien en stormen. Hier in Europa en in Noord-Amerika iets nieuws beginnen door op zoek te gaan naar een meer sobere manier van leven en een minder op winstbejag en groei gebaseerde economie, helpt mensen in Oeganda misschien nog meer dan een gift aan Vastenactie, hoe welkom die laatste ook is. En alle kleine beetjes helpen daarbij. Zoals vaker de auto laten staan en gaan lopen of de fiets nemen, het licht uitdoen in ruimtes waar niemand is, zuinig met water omspringen of fairtrade en biologische producten kopen. Wij kunnen ieder in onze eigen situatie vast meer van dergelijke helpende voorbeelden bedenken. Die kleine beetjes zetten ons op weg naar een nieuw verbond tussen mensen onderling en tussen de mensen en de aarde. Gewoon op allerlei manieren ‘beter leven’. Zoeken naar een manier van samenleven waarmee we in ieders behoefte kunnen voorzien, nu en in de toekomst...
Elly Bus-Linssen
TER OVERWEGING 9-3-2025 Deut. 26, 4-10 Rom. 10, 8-13 Lc. 4, 1-13
1e 40-dagentijd C Thema: Ruimte voor God
Van wie is het land? ‘De Heer heeft ons uit Egypte geleid (…) Hij heeft ons naar deze plaats gebracht en ons dit land geschonken, een land van melk en honing.’ Zo staat geschreven in het boek Deuteronomium. Het land is Israël geschonken. De Eeuwige heeft zich in deze geschiedenis het lot van het volk aangetrokken. Het aanbieden van de eerste vruchten van de oogst is een uiting van dank, van geloof, van besef van verbondenheid van het volk met God. En het doen van gerechtigheid hoort thuis in dat verbond. Deze tekst in Deuteronomium wordt wel het ‘historisch credo’ van Israël genoemd. Een geloofsbelijdenis dus. Met telkens weer vallen en opstaan gaat de geschiedenis van het volk verder. Vanzelfsprekend is de verbondenheid met God bepaald niet.
Van wie is het land? Het land… Israël. Palestina. Gaza. Oekraïne. Groenland. Niet van Netanyahu, van Poetin of Trump, van welke machthebber dan ook.
Van wie is het land? Ons land... Aan wie is het geschonken? Van wie is het? Wie mag er wonen en werken en genieten. Wie heeft recht op het goede van ons Nederland…?
Van wie is het land? Het beste land van overal ter wereld: de vruchtbare bodem, de grondstoffen? Wie heeft recht op de opbrengst van het land…? Wie mag oogsten? Wie is verantwoordelijk voor het behoud van het goede dat onze aarde te bieden heeft?
Van wie is het land, het land dat geschonken is…? Wat is daarop ons antwoord?
Het hangt allemaal samen met de vraag: Wie of wat is de kern, het middelpunt van ons leven? Een goed leven voor onszelf en onze geliefden? Of is er meer? Waar leven we van, wat raakt ons? En wat betekent dat voor ons denken, doen of laten? Heeft God daarin een plaats? Voelen wij ons met Hem verbonden? Al onze ervaringen met mensen, wat we doen en meemaken elke dag opnieuw, maar ook al ons luisteren naar het Woord, de Bijbel, al ons contact met God, ons gebed, op welke manier dan ook, ze staan niet los van elkaar. Ze beïnvloeden elkaar. Wie is God - voor ons? Zal God alles ten goede keren, vertrouwen wij erop dat Hij altijd in alles voor ons zal zorgen? Is dat wat wij geloven? Of is ‘God’ eerder een woord voor - zoals ik ergens las - een alles omvattende en alles doordringende, alles veroorzakende, alles dragende en alles voltooiende kracht van liefde en betrokkenheid. Een kracht die ons onrustig maakt en goed en kwaad doet voelen, ja alles wat met onszelf en anderen gebeurt. Een kracht die ons oproept tot het nastreven van gerechtigheid. Een kracht die ons van binnenuit kan veranderen… En hebben we daar ruimte voor in ons leven?
In het evangelie wordt Jezus beproefd door de duivel. Als je de Zoon van God bent, dan… Zijn relatie met God staat op het spel. Die is echter heel krachtig, de duivel komt er niet tussen. Worden wij beproefd, verleid waar het gaat om onze idealen van naastenliefde, eigenlijk onze relatie met God? Of is de toestand in de wereld, in ons land of onze omgeving onze beproeving? Op weg naar Pasen hebben we veertig dagen de tijd om ons daarop te bezinnen.
Ruimte voor God. Wat betekent dat? Wat kunnen we doen? Soms kunnen we iets doen. Denk aan de actie voor de Voedselbank, vandaag en volgende week. Soms zijn we eerder machteloos. Wat regeringsleiders, presidenten of ministers doen kunnen we niet zomaar veranderen.
Wat als we niets kunnen doen? Stil staan... Uithouden wat is. In verbondenheid met wie te lijden heeft. In liefde leven - in de liefde die God is en schenkt.
Elly Bus-Linssen
Getuigenis 23 maart 2025
Die Mozes, hij maakt wat mee zeg: Een brandende braamstruik, zonder dat het vuur de struik verteert! Maar hij is een onderzoeker, eigenlijk wil hij graag zien hoe dat kan, dat die struik verbrandt, En hij vraagt ook aan God: hoe heet u, ik kan toch niet gewoon ‘God’ zeggen, als mensen vragen wie ik hier gesproken heb? Hij die is, zegt God dan.. Lastig wellicht, daar schieten we nog niet zoveel mee op! Of toch? God geeft misschien toch wel antwoord op deze waag. Ten eerste geeft Hij een direct antwoord: Ik ben díe is. Dat is een mysterieuze naam, die aangeeft dat God voor ons altijd een mysterie zal blijven. Maar er wordt ook een ongezegd antwoord gegeven, de braamstruik zelf. Die stond in lichterlaaie, maar verbrandde niet. Volgens de wetten van de natuur, die de oude volken echt wel kenden, is dat niet mogelijk. God toont hier, dat hij dingen kan doen, die wij niet voor mogelijk houden. Hij gaat buiten menselijke kennis. Hij geeft nóch een antwoord dat veel zegt over hem: hij zegt Hij ook nog dat Hij de God van Abraham is, de vader van alle gelovigen. Daarmee omvat hij eigenlijk de hele wereld der gelovigen, niet voor niets dat zowel Joden, Christenen als Islamieten hem als aartsvader zien… Zagen we elkaar ook maar als achterneven en -nichten denk ik dan…
Verder zegt God nog iets concreets: hij heeft de ellende van zijn volk gezien en zal afdalen om hen te bevríjden. Hiermee toont God zijn barmhartigheid, zoals de mensen van Sodom en Gomorra, of Niniveh bemerkten. Zoals ook wij soms kunnen bemerken, dank zij de zoon van God en zijn Geest…
Kijken we naar de evangelielezing. Uiteindelijk is het immers Jezus Christus die het definitieve antwoord is op de vraag wie God is. Mensen kwamen naar Hem toe met allerlei vragen. Juist naar Hém komen ze toe. Niet om zomaar een antwoord van zomaar iemand te horen, maar om een definitief antwoord te krijgen: hoe zit het nu echt? Wat is nu de waarheid? Jezus antwoordt dat het erom gaat dat God verlangt dat een mensenleven vrucht voortbrengt. Dat doet Hij door middel van een gelijkenis over een vijgenboom. De eigenaar heeft de bijl reeds in z'n hand en staat op het punt hem om te hakken, want de boom draagt geen vrucht. Dan komt de wijngaardenier die het opneemt voor de vijgenboom en die zegt 'Toe, laten we het nog een keertje proberen; als we ons best ervoor doen, dan lukt het wellicht toch nog'. Herkent u het verhaal van Sodom en Gomorra, waar Abraham God vermurwd? Jezus waarschuwt in het evangelie tot tweemaal toe: Als jullie je niet bekeren, dan zullen jullie omkomen.
Wat er precies gebeurde met de toren van Siloam of de Galileeërs waarover wordt gesproken is historisch niet bekend, maar volgens de heersende opvatting was het ‘eigen schuld, dikke bult’ voor de slachtoffers. Jezus reageert tegen de opvatting dat de slachtoffers schuldig zijn. Het is zeker niet zo dat zij gestraft werden om hun zonden, zegt Jezus. Maar Hij grijpt deze gelegenheid wel aan om zijn toehoorders, die blijkbaar sterk onder de indruk zijn van de gebeurtenissen, dringend op te roepen tot bekering. De parabel van de vijgenboom in de verzen 6-9 sluit daarbij aan, maar legt ook een nieuw accent. Het is enerzijds een 'crisisparabel': bekering is dringend nodig, nu de 'volheid der tijden' is aangebroken, anders wordt de vijgenboom omgehakt. Maar Lucas legt in de parabel van de onvruchtbare vijgenboom een nieuwe klemtoon. Ja, bekering is geboden, maar in zijn grote barmhartigheid biedt God een nieuwe kans. De vijgenboom mag nog een jaar blijven staan. Een beeld dat past bij het feit dat men destijds leefde in de veronderstelling dat de eindtijd nabij was.
Bekering, dat is kennelijk de vrucht die God van een mens verlangt. Een ouderwets woord, maar een woord dat letterlijk niets anders betekent dan jezelf opnieuw keren naar het goede, het juiste. Juist daartoe is een veertigdagentijd ontstaan, om zo nu en dan ons min of meer te ‘resetten’. En nee, voor straf hoeven we niet zo bang te zijn, de verloren zoon (of dochter) is altijd welkom!
En die eindtijd.. Tja, ook wij zitten er nu weer mee. Waar gaat de wereld naar toe? Over twee weken kunnen we het gratis bloemenzaad ophalen dat de gemeente ons schenkt, om onze eigen wereld wat mooier te maken. Met de Franciscaanse Beweging gaan we op Goede Vrijdag om 17 uur ‘vredesbommetjes’ er van maken bij pater Karel (Doet u mee??) . We verspreiden zo het mooie, vredige, boeiende en bloeiende in onze eigen omgeving, zodat we een klein beetje het voorbeeld van Jezus volgen, die op die dag zich als zaad gaf voor de toekomst van ons, mensen. Om vervolgens weer te ontkiemen, op te staan op Pasen en te bloeien in miljarden mensen die Hem als voorbeeld zagen en zien.
Beste mensen, bekering is mogelijk, voor ons en ook voor dictators en andere enge mensen. Zoals deze margriet die misschien niet helemaal dood is weer levend kan worden en duurzaam tot bloei kan komen, zoals de vijgenboom in het verhaal. Én zoals we weten dat wat nu mooi en bloeiend is en alle ogen op zich weet, als deze bloesem binnenkort verloren zal zijn en weer compost wordt….
Amen.
Peer Boselie
Getuigenis 23 febr 2023
Het woord Evangelie betekent zoiets als Goed Nieuws. En dan boffen we vandaag, ook met de eerste lezing. Soms heb je van die pareltjes. Prachtige lezingen waren het. Lezingen die ons in beweging kunnen zetten, omdat ze in ons een sterke emotie bewerkstelligen. Neem het verhaal uit de eerste lezing. David had tevoren, op verzoek van de wanhopige koning Saul, diens (letterlijk en figuurlijk) grote vijand Goliath gedood. De belofte aan David om vervolgens met de dochter van de koning te mogen trouwen, wordt gebroken. Jawel, het mag alsnog, maar dan moet David opnieuw ten strijde trekken en 100 vijanden doden. Saul hoopt dat David sneuvelt, maar dat gebeurt niet. Sterker nog: David wordt nog populairder... en Saul wordt jaloerser! Tot driemaal toe krijgt David een speer naar zich toegeworpen door Saul, maar telkens weet hij deze te ontwijken en hij vlucht. En dan doet zich een kans uit duizenden voor: koning Saul wordt als het ware aan Davids voeten neergelegd. Hij ligt te slapen en zijn manschappen liggen om hem heen en slapen ook. Wat een kans om voorgoed af te rekenen met deze hebzuchtige en jaloerse man die beloften breekt en een nogal gevaarlijk temperament heeft. Wat zou iemand doen die zo getreiterd en bedreigt wordt in zo’n situatie? Stelt u zich deze situatie nu eens voor, in onze huidige wereld, waar het adagium 'oog om oog, tand om tand' machthebbers en leiders van volken motiveert om keihard terug te slaan als de kans zich voordoet. David doorbreekt in dit evangelie deze spiraal van geweld. Hij laat niet over zich heenlopen, zeker niet, maar hij pint zijn vijand ook niet met diens eigen speer letterlijk en figuurlijk vast aan de grond! Nee, Hij confronteert Saul met zijn kwetsbaarheid. Ondanks alles wat David moest doorstaan vanwege Saul, verloor hij op dat moment niet zijn menselijkheid door emoties van boosheid en haat.
Die houding wordt ons vandaag voorgehouden. Wij, christenen, zitten niet hier in de kerk bij elkaar, omdat we uitblinken in goedheid, heiligheid en perfectie. Nee, we komen samen omdat we heel goed weten dat we ons soms laten meeslepen door gevoelens van boosheid, haat misschien. Maar ook frustratie, de neiging om koste wat kost ons gelijk te halen of onszelf meer te achten dan een ander kan ons de verkeerde kant op sleuren. Laten we ons gaan door de oerdrift van geldingsdrang en superioriteitsgevoel en dragen we bij aan het in stand houden van de spiraal van geweld en onverdraagzaamheid, of zijn we bij machte andere wegen te gaan en deze spiraal te doorbreken? Het is misschien niet onze eerste reflex maar we komen hier bij elkaar omdat Jezus het ons vraagt. Hij vraagt ons niet terug te slaan als iemand ons slaat. Hij vraagt ons woorden van liefde te spreken, wanneer iemand ons vervloekt. Jezus zelf, die aan het kruis nog wist te bidden voor hen die Hem aan het kruis nagelden, smeekt ons niet te oordelen, niet te veroordelen en niet kwaad met kwaad te vergelden. Zijn boodschap is helder, maar lijkt ook onmenselijk. Onze vijanden liefhebben? Barmhartig zijn ook voor hen die ons naar het leven staan? Het lijkt een onmogelijke opgave. Een mooi sprookje dat niet werkelijkheid kan worden
En we hoeven niet te zijn als broeder Juniperus, een van Franciscus’ eerste leerlingen in de legende van de mantel. Juniperus was bekend om zijn naastenliefde en verregaande medelijden met de arme medemens. Regelmatig gaf hij zo iemand zij kap of kleed en kwam dan naakt weer in het klooster aan. Toen hem dat verboden werd ‘op gehoorzaamheid’ en weer een arme tegenkwam, zei hij tegen die man. Ik mag je helaas mij kleren niet geven… maar als je mij m’n pij afneemt, zal ik je niet tegenhouden. Dat liet de man zich geen twee keer zeggen! In het klooster zei Juniperus, toen hem werd gevraagd waar zijn kleed was: ‘Een goede man heeft het me afgenomen en is ermee vandoor gegaan’. Hoort u het? Een goede man, niet een arme, een vluchteling of melaatse. Een goede man, want hij zag Christus in de ogen van ieder mens.
Of we zo ver kunnen en moeten gaan als broeder Juniperus is de vraag, maar eigenlijk is de kern heel simpel, want een betere wereld begint echt bij onszelf, ieder van ons kan de wereld een heel klein beetje ombuigen. En het mooie is, je hoeft er geen christen voor te zijn, noch islamiet, of boeddhist of atheïst, het mag allemaal. Het staat eigenlijk in één zinnetje samengevat in het evangelie: Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij ook hen behandelen! Of iets anders gezegd, zoals we vroeger al leerden: ‘Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doet dat ook een ander niet.. Amen
Peer Boselie
9-2-2025 Jes. 6, 1-2a.3-8 1Kor. 15, 3-8.11 Lc. 5, 1-11
5e d h j C Thema: Hier ben ik, zend mij
Net als Jesaja en net
als Simon worden wij ook steeds opnieuw geroepen om op het Woord van de Eeuwige
of het woord van Jezus het diepe in te gaan, de sprong van geloof te wagen en
onze weg te gaan. Kunnen we dat? Onze unieke weg gaan met God... Jezus zelf is -
op zijn manier - ons voorgegaan.
We hoorden (van gelegenheidskoor Alegria+) en zongen sfeervolle liederen in de dienst deze ochtend. Over het mooie dat ons door God geschonken is, over zachtheid, liefde en vrede. Liederen die blij maken, een fijn gevoel geven. Maar, is dat genoeg, of gaat het in deze en andere vieringen om meer? Zonder het belang van sfeer voor onze geloofsbeleving te niet te doen, zou ik met u graag wat concreter naar liefde en vrede in het leven van alle dag willen gaan. Naar het leven zoals dat er buiten deze kerkruimte uitziet, gezien in het kader van het thema van deze dienst. Liefde en vrede als roeping. Als opdracht om te doen. En als iets om van te getuigen, om over te vertellen aan andere mensen. Aan onze kinderen, kleinkinderen, buren, vrienden. Ons eigen antwoord op de vraag van God: ‘Wie moet ik zenden? Wie zal voor ons gaan?’ ‘Hier ben ik, zend mij…’.
Simon moet daarvoor naar het diepe varen. Hij moet als het ware de diepte ingaan van zijn leven. Hij zal de rest van zijn leven op een andere manier visser zijn. Jezus achterna.
De diepte van het geloof zoeken en uitdragen zoals Jezus, zoals Simon – wat betekent dat? Kunnen we concreet maken hoe wij de weg gaan waartoe we geroepen zijn? Wat is ten diepste de ‘roeping’ van mij, van u, van jou, van jullie? Willen wij door God, door Jezus Christus, gezonden worden? Worden we ergens naartoe gestuurd? Ervaren we een specifieke opdracht? Of zijn er in dat kader vragen van bepaalde mensen, om ons heen of verder weg, die de richting bepalen? Wanneer, waarbij, wordt specifiek gelóóf van ons gevraagd? Kunnen we Jesaja nazeggen ‘Zend mij’…?
Aan het eind van de week, komende zaterdag, ga ik - met een aantal anderen - op de dag van de zogenaamde ‘eigen viering’ met vormelingen aan de slag met hetzelfde evangelie als vandaag, in een aan jongeren aangepaste versie. Het verhaal van de vissers, van Simon en zijn vrienden. En nu heb ik een vraag aan u…
Wat zouden we de vormelingen, overwegend kinderen van 11, 12 jaar, maar ook een paar die wat ouder zijn, en hun ouders, kunnen vertellen over de roeping van christenen in onze dagen? Over Gods weg met ieder van ons? Hoe en wat zouden wij hen, u en ik, over onze persoonlijke roeping kunnen vertellen? Het zou mooi zijn om hen, naast het verhaal van de roeping van de vissers Simon, Jakobus en Johannes ook hedendaagse voorbeelden te kunnen laten horen. Als boodschap van ons aan de jongere generaties: de vormelingen en hun ouders. In de kerk lagen blaadjes en potloden en pennen. In de dienst heb ik de mensen gevraagd: Wilt u er nu of straks iets opschrijven over uw eigen roeping? Over hoe het geloof een rol speelt in uw leven. Over hoe dat uw manier van leven en uw houding tegenover anderen bepaalt, liefst met een concreet voorbeeld erbij… Wie niet in de viering was maar dit leest mag ook reageren. Stuur dan uiterlijk vrijdagochtend 14 februari een mail aan het parochiecentrum of aan mij persoonlijk. Ik neem alles mee in de organisatie en bij de overweging in de viering met de vormelingen…
Elly Bus-Linssen
OVERWEGING 26-01-2025 1 Kor. 12, 12-30 Luc. 4, 14-21
3e d h j C Thema: Samen één
Samen één. Ieders gaven en kwaliteiten waarderen en dan samenwerken. In een viering als die op deze zondag wordt het duidelijk: er zijn diverse taken en de mensen die deze taken op zich nemen zijn niet zomaar uitwisselbaar. Ik kan bijvoorbeeld echt niet aan de piano of het orgel gaan zitten en de zang begeleiden. Maar met velen samen komen we er: de kerk is geopend, netjes schoon en verwarmd, de kaarsen branden, de bloemstukken hangen of staan op hun plek, het koor komt zingen, er is een dirigent tevens pianist, een lector, er zijn liturgieblaadjes met de teksten erop, er zijn collectanten en we kunnen straks samen zijn in het kerkzaaltje waar dan gezorgd zal zijn voor koffie en thee. Samenwerkend komen we tot een mooi geheel.
In de maatschappij is het minder eenvoudig. Christenen, ook wij zoals we hier zitten, zijn niet persé één als het gaat om politieke voorkeur, klimaatbewustzijn, en ideeën over migratie en asielproblematiek. Hoort dat er niet ook bij? We mogen verschillen, zegt Paulus, en het is goed als we elkaar zo aanvullen. Maar, de gedeelde basis moet wel te vinden zijn bij Christus. In Hem zijn wij één. Het is de basis van waaruit mensen aan armen de Blijde Boodschap gaan brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekendmaken, aan blinden dat zij zullen zien, en van waaruit verdrukten bevrijd worden en kunnen gaan in vrijheid. Wat betekent dat voor ons leven? Hoe kunnen we gerechtigheid handen en voeten geven?
Vorige week hebben we onze oecumenische viering gehouden in de Johanneskerk, in een setting van protestanten en katholieken, en daarmee de ‘Week van gebed voor eenheid’ geopend. Vandaag is het de slotdag van deze week… We zoeken binnen de oecumene naar een groeiende eenheid onder christenen, maar toch zou ik het zoeken naar eenheid breder willen verstaan, omdat ik dat misschien wel veel wezenlijker vind. Niet slechts onder christenen, maar vooral in de hele samenleving. Ik zou met gelovigen en ongelovigen, christenen, moslims, joden, humanisten, boeddhisten, ja, allen die op ons pad komen, willen nagaan hoe we met elkaar de wereld leefbaarder kunnen maken. Samen één is misschien teveel gevraagd, maar door elkaar te blijven zoeken, elkaar te ontmoeten, door vanuit ons gezamenlijke verlangen naar een vredige wereld te blijven luisteren naar elkaar komen we verder.
Wat we zoeken als we zeggen ‘Samen één’ te willen zijn is overigens niet een soort eenheidsworst, en is ook niet saai. Samenwerken als je verschillend bent kent beslist spanningsvelden, maar kan bouwen aan een goede toekomst. We kunnen elkaar aanvullen, het goede met anderen delen, we hoeven niet helemaal hetzelfde te worden als de ander, juist niet. We kunnen in alle openheid met elkaar spreken en elkaar laten voelen, laten proeven, wat we vinden, wat we kunnen, wat ons heilig is. En dat alles dus wel met respect voor elkaar, zonder elkaar te verketteren. Als dat zou kunnen, ook buiten de kerk, overal waar we met mensen samen zijn, dan zou er meer bereikt worden…
De korte omschrijving van het levensprogramma van Jezus hebben we gehoord. We hebben daarna gezongen ‘Het woord dat ik jou geef is niet te zwaar, is niet te hoog, - jij kunt het volbrengen’. Laten we het proberen…
Elly Bus-Linssen